Balthasar Coymans (1555-1634)

Balthasar Coymans (1551[1] - 1634) was een koopman afkomstig uit Antwerpen. Hij en zijn broers Caspar en Thomas behoorden tot de rijkste kooplui in de havenstad.[2] Coymans was getrouwd met Isabella (Elisabeth) de Pickere (1566-1624). Via Hamburg kwam hij in 1592 in Amsterdam terecht. Coymans handelde op Italië en de Levant en in 1598 in de expeditie van Jacques Mahu.

In 1602 behoorde hij tot de grote investeerders in de VOC met een bedrag van 18.000 gulden. Hij woonde op de Fluwelenburgwal, naast het Athenaeum Illustre. Balthasar had een buitenplaats in de Purmer[3] en vanaf 1627 bij Wijk aan Zee, genaamd Westerhout.[4]

Keizersgracht 177, de Coymanshuizen in 2008

Coymans was een internationale bankier die onder de dekmantel van zijn bedrijf koeriersdiensten tussen Orange en Den Haag verleende. In 1631 behoorde hij tot de vijf hoogstaangeslagen Amsterdammers.

Coymans had zeker zeven kinderen:

• Balthasar Coymans (1589-1657), trouwde in 1641 met Maria Trip;
• Josephus Coymans (1591-1660) trouwde in 1616 met Dorothea Berck;
• Elisabeth (1595-1653), trouwde in 1614 met Jan Deutz;
• Jeronimus (1598-), trouwde met Maria Raye; eigenaar van Meeresteyn onder Velsen.
• Johannes Coymans (1601-1657), trouwde in 1634 met Sophia Trip;
• Maria (1603-1647), trouwde in 1624 met de weduwnaar Johan Huydecoper van Maarsseveen.[5]
• Davidt (1605-),
• Constantia (1607-1673), trouwde in 1627 met Pieter Belten, en als weduwe met Justus-Borre van Amerongen;
• Enoch (1608-) en
• Leonora (1611-) trouwde in 1634 met Samuel Timmermans van Riga.

Zijn zoons Balthasar II en Johannes Coymans (1601-1657) zetten het handelshuis van de Familie Coymans voort op de Keizersgracht.