Asaph Hall

Asaph Hall (Goshen (Connecticut), 15 oktober 1829Annapolis (Maryland), 22 november 1907) was een Amerikaans astronoom, bekend van de ontdekking van Phobos en Deimos, de manen van Mars, in 1877.

Asaph Hall

Hall werd geboren in Goshen, Connecticut. Op 13-jarige leeftijd was hij genoodzaakt als leerjongen in dienst te treden bij een timmerman vanwege de dood van zijn beide ouders. Hij had een enorme passie voor de wiskunde. In 1856 begon hij te werken bij de sterrenwacht van de Harvard-universiteit in Cambridge, Massachusetts, waar al snel bleek dat hij een expert was in het berekenen van de omloopbanen van hemellichamen.

In 1862 werd Hall assistent-astronoom aan het United States Naval Observatory in Washington D.C., waar hij binnen het jaar na aankomst benoemd werd tot professor. In 1875 kreeg hij de verantwoordelijkheid over de 66-cm Great Equatorial Refracting Telescope, de grootste telescoop in zijn soort in die tijd.

In 1884 bewees hij dat de elliptische baan van Hyperion, een maan van Saturnus, een 'afwijking' toonde van +-20° per jaar.

Hij won de Gold Medal of the Royal Astronomical Society of Great Britain in 1879 en diverse andere onderscheidingen.

De Hall Krater op de maan is naar hem vernoemd.

Zie de categorie Asaph Hall van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.