Arent van Wijnendale

Arent van Wijnendale, ook Arend van Wijnendaele(Gouda (?), 16e eeuw - Gent, 16 november 1592) was een schilder, werkzaam in Gent. Hij was lid en verschillende keren ook bestuurslid van het Gentse schildersambacht (het Sint-Lucasgilde) en voerde verschillende opdrachten voor het stadsbestuur van Gent uit. Zijn bekendste werk is een album met tekeningen, voornamelijk van religieuze gebouwen en grafmonumenten in Gent, die vernield en beschadigd werden in de loop van de 16de eeuw. Het album Van Wijnendaele is te beschouwen als een soort lokale kroniek van Gent in beelden. Het bevat ook twee afbeeldingen van dieren: een fabeldier en een vreemde eend die Van Wijnendale in Alkmaar zou hebben gezien in 1580.

Geboorte

Zijn geboortejaar is niet gekend. Volgens sommigen was hij afkomstig van Gouda, maar het is niet duidelijk uit welke bron deze informatie komt.

Huwelijk en kinderen

Hij was gehuwd met Martine Hardy. Samen hadden ze een dochter, Barbara, die stierf in 1616 in Gent.

Ambachtsmeester

Ergens tussen 1540 en 1574 werd hij opgenomen als meester in het Gentse schildersambacht of Sint-Lucasgilde. In 1574-75, 1577-78 en 1591-92 was hij telkens een van de twee gezworenen in het ambachtsbestuur van de schilders.

Werken

Hij kreeg verschillende opdrachten van het Gentse stadsbestuur, wat hem de titel van Gents stadsschilder opleverde.

Naar aanleiding van het kapittel van de Bourgondische ridderorde van het Gulden Vlies in Gent in 1559 kreeg hij de opdracht om de blazoenen of wapens van de Vliesridders, bij een vorig kapittel in Gent, in 1445, geschilderd op het koorgestoelte van de Sint-Baafskathedraal (die in 1445 nog Sint-Janskerk heette), te restaureren.

In de jaren 1570 en 1580 schilderde hij meermaals het blazoen of wapen van de voorschepen (een functie vergelijkbaar met die van burgemeester) op de kaft van het schepenregister van de keure en dat van gedele (van dat jaar).

Zijn bekendste werk, het zogenaamde Album Arent van Wijnendale, is een verzameling van nu 42, en oorspronkelijk misschien 56 pentekeningen. Van de bewaarde tekeningen behoren er veertig tot de collectie van Archief Gent. Zij waren tussen 1823 en 1866 eigendom van de Gentse architect en verzamelaar Pierre Jacques Goetghebuer en werden door de stad Gent uit diens nalatenschap verworven in 1867. 36 tekeningen zijn afbeeldingen van kerken, kloosters, andere gebouwen en grafmonumenten in Gent die in de loop van de 16de eeuw, op bevel van keizer Karel V in 1540 of door de opeenvolgende Beeldenstormen tussen 1566 en 1580, zijn afgebroken, vernield of beschadigd. Vier andere tekeningen houden verband met de Orde van het Gulden Vlies en het Gentse kapittel van 1559. Ten slotte werden twee bijkomende tekeningen recent herontdekt in de Gentse Universiteitsbibliotheek. Die stellen een eend met vier vleugels voor, die de tekenaar in Alkmaar in levende lijve zag, en een basilisk of slangdraak, een fabeldier. Van een aantal (14?) andere andere tekeningen, waarvan de onderwerpen vermeld worden in een veilingscatalogus uit 1823, is de huidige bewaarplaats onbekend.

Na de dood van de schilder in 1592 werd het album van Arent van Wijnendale gekocht door de Gentse edelman Christoffel van Huerne (1550-1629), zelf eveneens Gents kroniekschrijver en genealoog. De Gentse priester Jan Baptist Wemaer maakte op het einde van de 18de eeuw een kopie van dit album, dat sinds 1862 tot de collectie van de British Library behoort. Beide albums, het originele werk van Arent van Wijnendale en de kopie van Wemaer, werden door latere eigenaars in stukken geknipt en de tekeningen herordend.

Overlijden en begrafenis

Hij overleed op 16 november 1592 en werd begraven onder een grafplaat in de Sint-Niklaaskerk in Gent. Zijn grafschrift luidde, volgens een 19de eeuws afschrift van oudheidkundige Edouard Callion 'Hier light begraven Arent Van Wienendaele, schilder, die overleedt den 17. november 1592 ende Martijne Hardy, sijne gheselnede die overleedt den … D'aertsche goet/ Mijn deughden cleene/ Christus roode bloet/ is mij, ten scheene.// Ick derven moet/ ick nu beweene,/en sijn ghenade soet/troost alleene./// Dat ick wel gaf is mij gebleven/ en dat ick hielt is mij begheven'. Callion situeert en omschrijft de grafsteen: 'Bij het venerabel in eenen blauwen steen'(handschrift vermeld in de veilingcatalogus van de verzameling E. Callion in 1867 onder nummer 686: “Verzameling van opschriften der grafsteenen binnen Gent, in 4°, dem. rel. Recueil fait par Mr. Callion. La plupart des dessins des armoiries et des gravures qui se trouvaient sur les pierres tumulaires y sont reproduits avec soin et exactitude”, dit handschrift werd geveild bij Arenberg Auctions in Brussel in december 2019. De huidige locatie is onbekend).

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.