Anti-Kominternpact

Het Anti-Kominternpact was een pact dat op 25 november 1936 door het Japanse Keizerrijk en nazi-Duitsland werd gesloten en gericht was tegen het communisme, in het bijzonder de Sovjet-Unie. In 1937 voegde Italië zich bij dit pact, waarmee de asmogendheden gevormd werden. Later sloten de nieuwe leden van de asmogendheden en Spanje zich hierbij aan.

Joachim von Ribbentrop, Hitlers adviseur op vlak van buitenlandse zaken, tekent onder toeziend oog van de Japanse ambassadeur Kintomo Mushakoji het Anti-Kominternpact.

Het verdrag was bedoeld, volgens de ondertekenaars, om de wereldsamenleving te beveiligen tegen het communisme. Iedere partij en ieder land dat bij het Komintern, de Communistische internationale, was aangesloten was dus bijna automatisch een vijand van Japan en Duitsland.

In geval van een aanval door de Sovjet-Unie op Duitsland of Japan, zouden de beide landen samen beslissen wat voor maatregelen nodig waren. Daarnaast kwamen de landen overeen dat ze geen politieke verdragen zouden sluiten met de Sovjet-Unie en Duitsland erkende de Japanse vazalstaat Mantsjoekwo, die op Chinees grondgebied lag.

Zie ook

  • Relations of Japan with the European axis powers, in United States Department of State, Papers relating to the foreign relations of the United States, Japan: 1931-1941, II, Washington, 1943, pp. 153-186.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.