Anathapindika

Anathapindika was een groot weldoener en gever van giften aan zowel de boeddhistische monastische orde als aan de armen in de samenleving. Hij leefde in de tijd van Boeddha (rond 500 voor Christus) in de stad Savatthi, en was de rijkste handelaar van de stad. Anathapindika betekent in de Pali taal: hij die aalmoezen geeft aan diegenen die onbeschermd zijn.

Boeddhisme

Concepten
Geschiedenis
Stromingen
Geschriften
Tempels
Devotie
Per land
Termen
Van A tot Z

Anathapindika wordt vele melen genoemd in het Pali Canon, en Boeddha zei dat Anathapindika het voornaamste was onder de leken-ondersteuners van de Sangha (de monastische orde). Indien iemand een goede leken-volgeling van de Boeddha wilde zijn, zou hij er goed aan doen zichzelf zo voorbeeldig te gedragen als Anathapindika dat deed.

Het Jetavana klooster

Anathapindika is vooral bekend als de gever van het vredige Jetavana klooster in Savatthi. Het Jetavana was van origine een bos of park, en prins Jeta, zoon van koning Pasenadi van Kosala, was de eigenaar ervan. Anathapindika kocht het park van de enigszins onwillige prins Jeta voor de prijs van het beleggen van de gehele oppervlakte van het park met gouden munten. Nadat hij het park gekocht had, bouwde hij er ook hutjes voor de monniken, en plaatsen waar de monniken gezamenlijke diensten en dergelijke konden uitvoeren. Prins Jeta raakte onder de indruk van de devotie van Anathapindika en bouwde een indrukwekkende poort/toren op de plaats van de ingang tot het park. Gautama Boeddha bracht negentien regenseizoenen of vassas door in het Jetavana klooster, en het is daarom het klooster waar de Boeddha de meeste tijd doorbracht.

Overlijden

Kort voor zijn dood werd Anathapindika bezocht door de Eerwaardes Sariputta en Anandha, twee voorname discipelen van de Boeddha. De toesprak die Sariputta op die gelegenheid gaf ging over de zes zintuigen en de vijf khandhas, en raakte Anathapindika diep, omdat hij voorheen nog nooit een religieuze leer gehoord had met zo'n diepe betekenis. Anathapindika vroeg Sariputta waarom hij deze lering nog nooit eerder gehoord had, en Sariputta vertelde hem dat dat was omdat deze lering moeilijk te begrijpen was voor leken-volgelingen, maar dat het een passende lering was voor monniken. Anathapindika verzocht daarop om dit type leringen ook aan leken-volgelingen te onderwijzen, omdat er ook leken zijn die het wel zullen kunnen begrijpen. De Boeddha gaf kort hierna expliciet toestemming aan de monniken om de hogere leringen ook aan de leken te onderwijzen.

Na zijn dood werd Anathapindika wedergeboren in de Tusita hemel. Kort na zijn geboorte als god of deva bracht hij een bezoek aan het Jetavana klooster, om opnieuw zijn respect te betuigen aan de Boeddha en zijn leer.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.