Alexandre de Lameth

Alexandre-Theodore-Victor, comte de Lameth (Parijs, 20 oktober 1760 - aldaar, 18 maart 1829) was een Frans militair en politicus.

Alexandre de Lameth

Lameth vocht in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog onder Rochambeau. Daarna werd hij in 1789 als plaatsvervanger in de Franse Staten-Generaal aangesteld door de edelen van de bailliage van Péronne. In de Grondwetgevende Vergadering vormde hij met Barnave en Adrien Duport een triumviraat, dat een groep aanvoerde van ongeveer veertig afgevaardigden die de geavanceerde linkerzijde van de Vergadering vormden. Hij presenteerde een beroemd verslag in de Grondwetgevende Vergadering over de organisatie van het leger. Hij is vooral bekend door zijn toespraak op 28 februari 1791, op de Jacobin Club, tegen Graaf de Mirabeau, waarvan de betrekkingen met het hof werden verdacht en daarbij een persoonlijke vijand van Lameth was. Echter, na de vlucht van Lodewijk XVI en de aanhouding bij Varennes, werd Lameth verzoend met het hof.

Lameth diende in het leger als maréchal-de-camp onder Nicolas Luckner en de Marquis de la Fayette, maar werd beschuldigd van verraad op 15 augustus 1792, vluchtte het land uit, maar werd gevangengenomen door de Oostenrijkers. Na zijn vrijlating ging hij op in de zakenwereld van Hamburg met zijn broer Charles en de duc d'Aiguillon, en keerde pas naar Frankrijk terug toen het consulaat aan de macht kwam.

In het Eerste Franse Keizerrijk werd Lameth achtereenvolgens prefect in verscheidene departementen in Zuid-Frankrijk en Italië, alsook in het Roerdepartement (1806-1809). In 1810 werd hij baron. In 1814 hechtte hij zich aan de Bourbons, en onder de Restauratie werd hij benoemd tot prefect van de Somme, als plaatsvervanger voor Seine-Inférieure en uiteindelijk vice-prefect voor de Seine-et-Oise, in welke hoedanigheid hij een leider was van de liberale oppositie. Hij was de auteur van een belangrijk Geschiedenis van de grondwetgevende vergadering (Parijs, 2 vols., 1828-1829).

Alexandre de Lameth had twee broers, Theodore Lameth (1756-1854) die tijdens de Amerikaanse oorlog in de Wetgevende Vergadering als afgevaardigde van het departement Jura zat (Theodoor werd maréchal-de-camp; Malo) en Charles François Lameth.