Dikstaartgekko

De lengte is ongeveer 25 centimeter, mannetjes worden groter dan vrouwtjes. De kleur is geelbruin, met meestal zeer brede, donkerbruine banden over het hele lichaam, hoewel er ook gevlekte en in de lengte gestreepte exemplaren voorkomen, en ook de kleuren kunnen grijs tot zelfs oranje zijn. Mannetjes hebben vaak een duidelijk lichtere streep op het midden van de rug. Dikstaartgekko's hebben een dikke ronde staart, en deze dient zowel voor de opslag van vetten, en het misleiden van roofdieren. Deze staart is sterk ringvormig geribbeld, en doet gesegmenteerd aan, en omdat deze vooral bij oudere dieren dikker wordt lijkt deze vanaf een afstand op de kop, en vallen roofdieren vaak de verkeerde kant aan. Omdat gekko's autotomie kennen groeit de staart weer aan.

Dikstaartgekko's hebben in tegenstelling tot de meeste gekko's beweegbare oogleden, alle andere families van gekko's hebben een met het oog vergroeide, onbeweegbare 'bril' ter bescherming die ze met de tong schoon likken. Ook lamellae ontbreken bij deze soort; de kleine hechtkussentjes die bij veel gekko's gebruikt worden om te klimmen. De kop is relatief groot en stomp.

De gekko komt voor in noordwestelijk Afrika, van Nigeria tot Senegal, en leeft in droge maar vooral warme streken in droge savannes, op rotshellingen en langs rivieroevers met wel enige vegetatie waaronder geschuild kan worden.

Het voedsel bestaat uit met name insecten en andere kleine dieren.
De dikstaartgekko is niet zo schichtig als de meeste hagedissen, en heeft een trage motoriek. De gekko kan een leeftijd van tien jaar bereiken (bij goede verzorging nog ouder). Omdat de gekko aan de mens gewend raakt, er aandoenlijk uitziet vanwege de grote ogen en niet zo stressgevoelig is, is de soort populair als terrariumdier. Ze gaan 's nachts op jacht, overdag trekken ze zich terug in een holletje. Ter verdediging kunnen ze hun staart afwerpen of bijten.

• Caresheet voor de dikstaartgekko