Afgedamde Maas

De Afgedamde Maas is een oude tak van de rivier de Maas sinds deze bij Well is afgedamd. Hij begint als een dode riviertak tussen Slijkwell en Bern en eindigt bij Woudrichem op de plek waar de Waal overgaat in de Boven-Merwede. Ook bij Andel is een dam (met sluis) aangelegd, waardoor de rivier uit twee gescheiden delen bestaat. Het zuidelijke deel staat via het Heusdensch Kanaal in open verbinding met de Bergsche Maas, terwijl het noordelijke deel in open verbinding staat met de Merwede. Tussen de jaren 1273 en 1904 vormde de Afgedamde Maas de hoofdstroom van de Maas.

Afgedamde Maas
Lengte19 km
BronMaas/Bergsche Maas (nu een dode riviertak)
MondingBoven-Merwede/Waal
Stroomt doorNederland
Veerpont in de Afgedamde Maas bij Veen.
De Wilhelminasluis tussen Andel en Poederoijen.
Einde van de Afgedamde Maas bij Woudrichem.
Portaal    Geografie

De scheepvaart in de Afgedamde Maas moet gebruikmaken van de Wilhelminasluis bij Andel. Dit is de enige waaiersluis in Nederland met een 'groene kolk', wat inhoudt dat de wanden van de sluiskolk met gras bekleed zijn. De Wilhelminasluis doet ook dienst als primaire waterkering en is gebouwd rond 1896 in de 800 m lange dam die de Maas en de Waal van elkaar scheidt.

Waterleidingbedrijf Dunea pompt drinkwater voor zo'n 1,5 miljoen huishoudens uit de Afgedamde Maas.

Historie

In Romeinse en Middeleeuwse tijden stroomde de toenmalige Maas langs Heusden richting Dordrecht, waar hij in verbinding stond met de huidige Oude Maas. Rond het jaar 500 ontstond een noordelijke aftakking, Rivel genaamd, die richting de toenmalige Alm stroomde, een prehistorische zijtak van de Waal. Dit was aanvankelijk een relatief onbeduidende stroom, maar vanaf het jaar 1135 is de Rivel meer water aan de Maas gaan onttrekken. Hierdoor werd de Alm een belangrijke zijtak van de Maas. Deze kwam ter hoogte van de huidige Biesbosch samen met de Romeins-Middeleeuwse Maas. Een andere zijtak, de Werken, stroomde richting de Merwede (de benedenloop van de Waal).

Uiteindelijk vond later in de Middeleeuwen (grofweg rond 1200) bij Giessen een dijkdoorbraak plaats, waarbij het water in noordelijke richting is gaan stromen, om bij Woudrichem uit te monden in de Waal/Merwede. Sindsdien hebben de eerdere Maaslopen hun belang langzaam verloren. Uiteindelijk zijn deze afgedamd in het kader van de omdijkingen van de Grote Waard: de Werken in 1230, de Romeins-Middeleeuwse Maas in 1273 en de Alm in 1275. Vervolgens zijn deze voormalige Maasstromen grotendeels verdwenen of verland, terwijl restanten slechts herkenbaar zijn als brede sloten in het landschap. Voorbeelden hiervan zijn meerdere Oude Maasjes, de huidige Alm en de Voorste Vliet. Het nieuwe tracé stond voortaan bekend als de Andelsche- of Nieuwe Maas (niet te verwarren met de Nieuwe Maas bij Rotterdam).

Vele eeuwen lang bleef deze situatie ongewijzigd, totdat de toenemende wateroverlast van de 'Nieuwe' Maas niet langer tolerabel was. Het probleem was namelijk dat de Merwede nu het water van twee grote rivieren (Rijn en Maas) moest herbergen. Daarnaast stond het water in de Waal meestal hoger dan in de Maas, waardoor het water in de Maas werd opgestuwd en het Maaswater slechts moeizaam in de Merwede geperst kon worden. De situatie verslechterde als gevolg van de Sint-Elizabethsvloed (1421), waardoor een groot deel van het Merwedewater tussen Dordrecht en Werkendam werd afgestaan aan een fijnmazig netwerk van rivierarmen, kreken en killen (de huidige Biesbosch), die gemakkelijk konden 'verstoppen' in tijden van hoge rivierafvoeren.

Als gevolg hiervan is in de 19de eeuw besloten om de Merwede/Waal/Rijn geheel te scheiden van de Maas. De Maas kreeg een nieuwe monding middels de speciaal daarvoor gegraven Bergsche Maas, waarbij de oeroude bedding van het Oude Maasje voor een deel werd gevolgd. Vervolgens werd de Andelsche Maas in 1904 afgedamd: aanvankelijk tussen Andel en Poederoijensehoek (waar zich de Wilhelminasluis bevindt) en later bij Well, waarvoor de plannen stamden uit 1848. Voortaan zou deze riviertak bekendstaan als de Afgedamde Maas. Op 18 augustus 1904 onthulde Koningin Wilhelmina het Monument scheiding van Maas en Waal dat ter herinnering was opgericht.[1]

Oeververbindingen

Er zijn vier plaatsen waar men de Afgedamde Maas kan oversteken: één brug en drie veerponten. De N322 kruist de rivier ter hoogte van de Wilhelminasluis, tussen Giessen (N.-Br.) en Poederoijensehoek (Gld.). Bij Woudrichem is er een voetveer naar Slot Loevestein. Ook tussen Veen (N.-Br.) en Aalst (Gld.) is er een pont. Tussen Nederhemert-Noord en Nederhemert-Zuid, binnen Gelderland, vaart eveneens een pont.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.