Aardappelpootmachine

Een aardappelpootmachine wordt gebruikt om pootaardappelen te poten. De moderne machines planten twee, vier, zes, acht en zelfs wel 12 rijen aardappelen tegelijk. De pootaardappelen worden in één grote bunker of in 4 aparte kleinere bakken gestort. Vanuit de voorraadbunker worden de aardappels naar de plantelementen gebracht. Er bestaan verschillende typen aardappelpootmachines.

Aardappelpootmachine aan het werk op het land
Aardappelpootmachine - vulbord
Pootgedeelte met aanaarders

Cupplanter

De machine bestaat uit een frame, plantelementen, een voorraadbunker voor aardappels, een vorentrekker balk, een mechanisme voor het aandrijven van de plantelementen en kan voorzien worden van diverse opties. Het frame is voorzien van aankoppelingspunten om de machine achter een trekker te koppelen, hetzij in de driepunt hefinrichting, hetzij aan het trekpunt van de trekker. Daarnaast heeft het frame wielen. De plantelementen zijn voorzien van een transportband met bekers om aardappels een voor een op te nemen en dicht bij de grond uit te werpen. Hierna worden de aardappels toegedekt door aanaardschijven. De aandrijving van de plantelementen vindt plaats door of een mechanische aandrijving door de loopwielen, of door een hydraulisch systeem.

Snarenbedplanter

De machine bestaat uit een module, waarin de dosering van de aardappelen plaatsvindt, met daarboven de aardappelen die gepoot moeten worden. De te poten aardappelen kunnen op verschillende manieren op de machine meegenomen worden o.a. in een platbodembunker of in grote kisten op een kistenkantelaar. Afhankelijk van de methode worden de aardappelen voorzichtig op de toevoerband geleegd. Deze draait naar achteren, waar de aardappelen van geringe hoogte op het snarenbed vallen. Het snarenbed bestaat uit 6 pootsnaren, die naar voren draaien en aan weerskanten van de pootsnaren 9 retoursnaren, die naar achteren draaien.

Wanneer er voldoende aardappelen op de retoursnaren liggen wordt de achterklep naar achteren gedrukt, deze schakelt op zijn beurt de microschakelaar. De microschakelaar schakelt via een relais de spanning uit van de elektromagnetische koppeling, deze drijft de toevoerband aan, zodat deze bij een voldoende voorraad aardappelen op het snarenbed stopt. Wanneer de voorraad zo klein is geworden, dat de achterklep weer naar voren scharniert, wordt de toevoerband weer ingeschakeld.

Via de pootsnaren en de schuimrubberrol verlaten de aardappelen de machine in verticale richting naar de grond. Hier vallen ze in een speciaal door de geulentrekker gevormd geultje, waarvan de diepte via diepteloopwielen bepaald wordt. Ten slotte worden de aardappelen door de aanaardschijven toegedekt.

Pickplanter

Dit principe werkt met een groot rad met hierop spijkers. De aardappel wordt in de voorraadbunker aan de spijker geprikt, en vlak boven de grond eraf geschoven.

Vacuümplanter

Dit principe werkt met een groot rad met hierop zuignappen. De aardappel wordt in de voorraadbunker door de zuignap vastgezogen en vlak boven de grond losgelaten. Tegelijkertijd of naderhand wordt in een of twee keren de rug, waar de aardappels in groeien, opgebouwd met een aanaardkap of rijenfrees.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.