AWO

AWO was de merknaam van motorfietsen die kort na de Tweede Wereldoorlog werden geproduceerd in de Sovjet-bezettingszone in Duitsland. Deze merknaam was afgeleid van de Sowjetische Aktiengesellschaft Awtowelo, waarin een aantal onteigende Duitse fabrieken was samengevoegd.

AWO 700

De AWO 425, die te herkennen was aan het zweefzadel en de plunjervering, kreeg (waarschijnlijk na het verschijnen van de "Sport") de aanvulling "T" of "Touring"
De AWO 425 werd geleverd met een Stoye zijspan. Toen de AWO 425 Sport verscheen, maakte Stoye aangepaste zijspannen voor de swingarm achtervering

De Eisenacher Motoren Fabrik, eigendom van BMW, lag na de oorlog ook in de Sovjet-bezettingszone. Daar werd de 350cc-BMW R 35 gemaakt, waarvan de productie na de oorlog nog een aantal jaren doorliep, eerst als "BMW R 35", maar later als "EMW R 35". Het Sovjet-bestuur (SMAD) wilde optimaal gebruikmaken van de BMW-techniek. AWO kreeg aanvankelijk opdracht een kleine serie boxermotoren te produceren, die in Eisenach waren ontwikkeld naar voorbeeld van de daar geproduceerde BMW R 75 en Zündapp KS 750 Wehrmachtsgespanne. AWO produceerde zeven prototypen van een nieuwe motorfiets, de AWO 700. Deze had een 700cc-166°-boxermotor. Deze vreemde constructie was afgekeken van de Zündapp, die een 170° boxermotor had om de bodemvrijheid te vergroten. De prototypen werden in een aparte, geheime afdeling van de fabriek in Suhl gebouwd, en allemaal ter beoordeling opgehaald door de Kasernierte Volkspolizei, de voorloper van de Nationale Volksarmee. Tot serieproductie kwam het niet. De Sovjet-Unie had al militaire zijspancombinaties in de vorm van de IMZ Ural en KMZ Dnepr machines die gebaseerd waren op de BMW R 71. Bovendien hadden lichte, wendbare, vierwielaangedreven auto's (de Amerikaanse Jeeps) hun waarde tijdens de oorlog bewezen, waardoor militaire zijspancombinaties aan belangstelling hadden ingeboet.

AWO 425

Eind 1948 kreeg AWO de opdracht een nieuwe motorfiets te ontwikkelen. Het moest een 250cc-motor worden die geschikt was als zijspantrekker. De machine kwam in 1950 op de markt. Opvallend was dat ze technisch vrijwel identiek was aan de BMW R 25, die in hetzelfde jaar verscheen. Boring en slag waren gelijk, het geleverde vermogen ook, en beide machines hadden cardanaandrijving en plunjervering. Onderdelen waren echter nauwelijks uitwisselbaar. Deze 250cc-AWO kreeg de typenaam "425" (viertakt, 250 cc). Ze werd geproduceerd van 1950 tot 1960, maar kreeg in 1956 de naam "Simson 425".

De opdracht voor de productie van de AWO 425 werd uit het Russisch vertaald als "Man baue ein Motorrad aus Eisen". Daarom kregen de AWO 425-modellen de bijnaam "Eisenmotorrad".

In 1955 verscheen een iets sterker model, de AWO 425 Sport, die uiteindelijk ook "Simson" ging heten en pas in 1962 uit productie ging. De Sport had een swingarm achtervering en een duozadel. Omdat AWO het monopolie van viertaktmotorfietsen in de DDR had, werden de machines automatisch populair, maar klanten hadden toen al de behoefte hun motorfietsen een persoonlijk uiterlijk te geven. De telescoopvork werd vaak vervangen door een beter exemplaar van de "Volkseigener Betrieb Motorradwerk Zschopau", de voortzetting van DKW fabriek en producent van tweetaktmotorfietsen. Er werden ook een klein aantal escortemotorfietsen met een 350cc-motor geleverd. Deze waren als inbouwmotor ook in kleine aantallen voor burgerklanten te koop. Waarschijnlijk werd hiervoor de motor van de EMW R 35 (geproduceerd door de Volkseigener Betrieb Automobilwerk Eisenach) gebruikt.

VEB Fahrzeug und Gerätewerk Simson, Suhl

Vanaf 1 mei 1952 was het bedrijf niet meer Russisch, maar een VEB (Volkseigener Betrieb der DDR). Tot 1957 bleef men bij de motorfietsen echter de merknaam "AWO" voeren. Het bedrijf heette nu "VEB Fahrzeug und Gerätewerk Simson, Suhl" en ressorteerde niet meer onder Awtowelo, maar onder de nieuw opgerichte "Industrieverwaltung 19 Fahrzeugbau der DDR", dat later zou worden omgedoopt tot "Industrieverband Fahrzeugbau". In 1957 kwam bij de motorfietsen de oude naam Simson als merknaam weer terug. In 1962 stopte de productie van de motorfietsen, om plaats te maken voor de succesvolle bromfietsen. Daarmee kreeg MZ het monopolie in de DDR op motorfietsgebied.

Technische gegevens AWO 425

AWO (vanaf 1958: Simson)425 (Touring)425 Sport (tot 1960)425 Sport (tot 1962)
Periode 1950-1960 1955-1959 1960-1962
Productieaantal ca. 127.000 ca. 85.000
Categorie toermotor sportmotor
Motortype kopklepmotor
Bouwwijze langsgeplaatste staande eencilinder
boring in mm 68
slag in mm 68
Cilinderinhoud in cc 248
Max. Vermogen in pk 12 bij 5.500 tpm 14 bij 6.300 tpm 15,5 bij 6.800 tpm
Topsnelheid solo in km/h 100 110
Topsnelheid zijspan in km/h 85 90
Aandrijving cardanas
Rijwielgedeelte dubbel wiegframe, buisframe
Voorvering hydraulisch gedempte telescoopvork
Achtervering plunjervering swingarm
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.