AMX-PRI

De AMX-PRI was een Frans Infanteriegevechtsvoertuig uit de AMX reeks. Deze voertuigen werden vooral ingezet bij de pantserinfanterie, zij moesten in nauwe samenwerking met tanks aan het beweeglijk gevecht deelnemen. In het Nederlandse leger zijn de voertuigen ongeveer 20 jaar in dienst geweest tot ze in 1978 zijn vervangen door de YPR-765.

AMX-PRI
AMX PRI
Soort
Periode-
Bemanning2+9: schutter en chauffeur en 9 infanteristen (plus Sergeant)
Lengte4,54 m
Breedte2,51 m
Hoogte2,17 m
Gewicht12,5 ton
Pantser en bewapening
Pantser10 tot 40 mm
Hoofdbewapening7,62mm of .50inch machinegeweer
MotorSOFAM Model 8Gxb 8-cilinder benzinemotor, watergekoeld, 250 pk (190 kW)
Snelheid (op wegen)65 km/h
Rijbereik370 km

Historie

Vanaf 1946 ontwikkelde het Franse AMX een voertuig speciaal voor troepenvervoer. Het had een onderstel dat voor verschillende pantserrupsvoertuigen uit de AMX reeks werd gebruikt en was van 1951 tot 1965 in productie.

De bewapening bestond uit aanvankelijk uit een 12,7mm-mitrailleur. In het voertuig waren 10 schietgaten voor de groep - aan beide zijkanten van het voertuig vier en twee in de achterdeuren - die door middel van pantserluikjes kon worden afgesloten. Het gebruik van deze wapens in het voorwaartse gevecht was beperkt.

Een pantserinfanteriegroep bestond uit elf man, inclusief de chauffeur en de boordschutter. Door de krapte in het voertuig (Nederlanders zijn lang) werd de groep bij de Koninklijke Landmacht teruggebracht naar tien man.
Het uitstappen gebeurde in stilstand of rijdend, via de achterdeuren of de dakluiken. In de praktijk werd uitstijgen door de dakluiken alleen in noodsituaties gedaan vanwege het gevaar van blessures en blootstelling aan vijandelijk vuur. Het uitstijgen via de achterdeuren bij een snelheid tot 20 km/u behoorde tot de standaardprocedures.

Het voertuig is onder andere ingezet door het leger van Israël in de Zesdaagse Oorlog. Voor zover bekend is het voertuig nergens meer in gebruik.

De AMX-PRI in Nederlandse dienst

De Koninklijke Landmacht bracht vanaf het begin van de jaren zestig ingrijpende wijzigingen aan in de uitrusting van manoeuvre-eenheden.[1] De wens om de manschappen in pantservoertuigen onder te brengen hield verband met de opvattingen over oorlogvoering in Noordwest Europa. In een confrontatie met het Warschaupact werd rekening gehouden met de inzet van nucleaire- of chemische wapens. Dit vereiste een betere bescherming van de grondtroepen, mede door de inzet van pantservoertuigen. Bijkomend voordeel was extra mobiliteit. In de context van het Nederlandse leger betekende "gemechaniseerd" verplaatsbaar door middel van een gepantserd rupsvoertuig en "gemotoriseerd" hetzelfde, maar dan in een gepantserd wielvoertuig.[1]

Als gevolg van de standaardisering en mechanisering schafte de Koninklijke Landmacht in 1961 voor haar gemechaniseerde eenheden de AMX-PRI aan of voluit: Gevechtsvoertuig, Pantser, Rups, Infanterie: type 2D, (AMX-PRI). De gemotoriseerde eenheden kregen de Nederlandse DAF YP-408. In tegenstelling tot de Belgische versie had de PRI een torenaffuit met .50-mitrailleur die elektrisch en mechanisch van onder pantser bediend kon worden. Vanaf 1963 werden in totaal 345 stuks aangeschaft.

Achteraanzicht AMX-PRI, zitbanken staan met de rug tegen elkaar

Deze voertuigen werden vooral ingezet bij de pantserinfanterie, zij moesten in nauwe samenwerking met tanks aan het beweeglijk gevecht deelnemen.[1] Bij voorkeur voerde de infanterie het gevecht vanuit het voertuig wat bescherming bood en mobiliteit opleverde. De AMX-PRI had als voordeel dat er al rijdend vanuit het voertuig gevuurd kon worden al was dit in de praktijk niet erg nauwkeurig.[1] De volgende zes pantserinfanteriebataljons kregen de AMX-PRI: 41 Painfbat Stoottroepen, 47 Painfbat Menno van Coehoorn, 16 en 42 Painfbat Limburgse jagers, 17 Painfbat Chassé en 14 Painfbat. Het 103 verkenningsbataljon (Huzaren van Boreel) in Seedorf had de AMX-PRI ook korte tijd in gebruik voor haar tirailleurgroepen als overbrugging tussen de M3 halftracks en de M113A1. Een gemechaniseerd pantserinfanteriepeloton bestond in 1969 uit 39 man, te weten één officier, vier onderofficieren en 34 korporaals en manschappen verdeeld over vier AMX-PRI voertuigen.[1]

De AMX-PRI stond bekend als 'zorgenkindje'. Het benzineverbruik, het vele onderhoud maar vooral de vele mankementen maakten het voertuig tot een dag- én nachttaak voor de monteurs. Vaak stond de AMX bij oefeningen stil langs de kant van de weg.

Een gedeelte werd later omgebouwd tot mortiertrekker (67) en tankjager met het TOW antitankwapen (circa 26). De Koninklijke Landmacht beschikte naast de AMX-PRI over nog twee andere modellen uit de AMX-reeks, namelijk de lichte tank AMX 13 en ook de lichte 105mm-houwitser AMX PRA.

In 1978 werd de AMX-PRI vervangen door de YPR-765.[1]

Hieronder een overzicht van alle AMX modellen en aantallen die in Nederlandse dienst zijn geweest[1]

Type Omschrijving Aantal
AMX 13lichte tank131
AMX-PRAartillerie82
AMX-PRIinfanterie345
AMX-PRBbergingsvoertuig34
AMX-PRCOcommando162
AMX-PRVRvracht46
AMX-PRGWTgewondentransport46
Totaal846

Afgeleide modellen

PRBRG: bergingsvoertuig voorzien van een blad aan de voorkant voor grondwerkzaamheden zoals het verwijderen van obstakels of het maken van geschutsopstellingen. Tevens voorzien van een hefboom, zogenaamde A-frame, die aan de voorzijde was geplaatst. Als deze niet werd gebruikt, lag deze over de tank heen naar achteren. Ten slotte was er nog een lier met een trekkracht van 4,5 ton en een kabel met een lengte van 63 meter. Er was verder ruimte voor de opslag van noodzakelijk materieel die bij de berging een rol kon spelen.[2] Het gewicht bedroeg 17,8 ton en telde een bemanning van 10 man, waaronder een commandant, een chauffeur, een schutter en zeven soldaten.[2]

PRCO: commandopost: in principe een gewone AMX-PRI met ruimte voor zes à acht militairen, afhankelijk van de situatie. Uitgerust met extra communicatiemiddelen en bureaubladen voor kaarten en dergelijke.[2]

PRGWT voor gewondentransport: ambulance voor het vervoer van gewonden. Het voertuig telde een bemanning van vier personen, waaronder een chauffeur, arts en twee ziekenverzorgers. Er konden maximaal drie liggende en vier zittende passagiers worden vervoerd. Het voertuig had geen bewapening.[2]

PRVR: vracht, geschikt om tot drie ton goederen mee te voeren.[2]

PRMR: trekker voor de 120mm Brandt Rayé mortier

PRAT: antitankwapen (TOW)

Zie de categorie AMX VCI van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.