< Maple

Maple

  1. Titelblad
  2. Opmerkingen vooraf
  3. Eenvoudige berekeningen
  4. Pakketten
  5. Plotten
  6. Calculus
  7. Matrices en vectoren
  8. Programmeren
  9. Inhoudstabel en externe links
Definitie matrix

Veel functies ivm het werken met matrices en vectoren zitten in het pakket linalg of LinearAlgebra. Hier wordt met het eerste pakket verdergewerkt.

> with(linalg):
>A:=matrix(2,2,[[1,0],[0,alpha]]);
>B:=A**2;
Een element van de matrix aanpassen

> A[2,2]:=2;

> print(A);


Matrix inverteren

> inverse(B);

Matrices vermenigvuldigen

> C:=multiply(B,A,%);


Eigenwaarden, eigenvectoren, determinant

> eigenvals(C);

1,2

> eigenvectors(C);

[2, 1, {[0, 1]}], [1, 1, {[1, 0]}]

Per eigenvector wordt de bijhorende eigenwaarde vermeld (2 en 1), de multipliciteit (telkens 1) en de eigenvector.

> det(C);

2
Getransponeerde bepalen

> transpose(C);


Vectoren

Definitie
>u:=vector([a,2*a,-a]);
u := [a, 2 a, -a]
>v:=[1,2,3];                       
v := [1, 2, 3]
Bewerkingen met vectoren
optellen, inwendig en uitwendig product, norm
> u+v;
[1 + a, 2 + 2 a, 3 - a]
> innerprod(u);
[a, 2 a, -a]
> crossprod(u,v);
[8 a, -4 a, 0]
> norm(u,frobenius);

 

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.