< Fries

Voornaamwoorden

Hier vindt u een overzicht van voornaamwoorden in het Fries.


voornaamwoordenpersoonlijk enkelvoudnominatief1e persoonik
2e persoondo, [hoffelijk:] jo
mannelijk3e persoonhy, [enclitisch:] er, dy
vrouwelijk3e persoonse
acc./datief1e persoonmy
2e persoondy
mannelijk3e persoonhim
persoonlijk meervoudnominatief1e persoonwy
acc./datief1e persoonús
alle naamvallen2e persoonjim
nominatief3e persoonse
onbepaaldit, men, ien, wat, sels, elk, alles
meervoudsokken
possessiveenkelvoud1e persoonmyn
2e persoondyn
mannelijk3e persoonsyn, [nominaal gebruik:] sines; jins
vrouwelijk3e persoonhar
meervoud1e persoonús, [nominaal gebruik:] uzes
2e persoonjim
3e persoonhar
wederkerig2e persoonjo, dy
3e persoonjin
distributive
aanwijzendde-woordensa'n, dy
het-woordendat, dit, soks
meervoudsokke, dy, it, dizze
vragendhoe, wat, hokker, hoe, wannear, wêr, wa
betrekkelijkwêr't, dêr't, dy't, wat
(overleg)
Fries grammatica

Lidwoorden Zelfstandige naamwoorden bijvoeglijke naamwoorden voornaamwoorden telwoorden, bijwoorden, voorzetsels, voegwoorden, tussenwerpsels werkwoorden klinkers

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.