zwemt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwemt

Werkwoord

vervoeging van
zwemmen

zwemt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwemmen
    • Jij zwemt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwemmen
    • Hij zwemt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van zwemmen
    • Zwemt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.