zuip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuip

Werkwoord

vervoeging van
zuipen

zuip

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuipen
    • Ik zuip. 
  2. gebiedende wijs van zuipen
    • Zuip! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuipen
    • Zuip je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zuip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.