zoek
Nederlands
Bijvoeglijk naamwoord
zoek
- alleen predicatief: niet terug te vinden
- Mijn sleutels zijn zoek.
Uitdrukkingen en gezegden
- zoek zijn
Bijwoord
zoek
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- Zoekmaken: Hij maakte mijn sleutels zoek.
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zoeken |
zoek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
- Ik zoek.
- gebiedende wijs van zoeken
- Zoek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
- Zoek je?
Gangbaarheid
- Het woord zoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zoek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.