zoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoek    (hulp, bestand)
  • IPA: /zuk/
Woordafbreking
  • zoek
stellend
onverbogen zoek
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

zoek

  1. alleen predicatief: niet terug te vinden
    • Mijn sleutels zijn zoek. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • zoek zijn
Vertalingen

Bijwoord

zoek

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
    • Zoekmaken: Hij maakte mijn sleutels zoek. 
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
zoeken

zoek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
    • Ik zoek. 
  2. gebiedende wijs van zoeken
    • Zoek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
    • Zoek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.