zaadbakken
Nederlands
Woordafbreking
- zaad·bak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- zaadbak met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
zaadbakken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zaadbak
- Als het verderop liep in het getij, kon hij weer zijn goudvink-kooitjes volproppen; gingen ze weer vechten om het hoogste slaapstokje, 's avonds. Ach, ach, mocht hij maar hier weg. Nou zat die dronken ouwe Eenpoot misschien weer aan de zaadbakken te knoeien. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zaadbakken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Querido, I. De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 13e druk (1e druk: 1922) Scheltens & Giltay, Amsterdam; p. 411; geraadpleegd 2018-11-28
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.