wogen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wogen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈʋoχə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈβ̞oɣə(n)/
Woordafbreking
- wo·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegen |
wogen
- meervoud verleden tijd van wegen
- Wij wogen.
- Jullie wogen.
- Zij wogen.
- Wij wogen.
Gangbaarheid
- Het woord wogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wogen' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.