willigen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wil·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
willigen
willigde
gewilligd
zwak -d volledig

Werkwoord

willigen [2]

  1. ergatief (economie), (verouderd) hoger in prijs worden
    • Het koren was wat gewilligd. 
  1. zich gewillig schikken in
Hyponiemen
  • arbeidswillige
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord willigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.