wemelen
Nederlands
Woordafbreking
- we·me·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘krioelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1546 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wemelen |
wemelde |
gewemeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wemelen
- absoluut door elkaar heen bewegen
- De kevers wemelden over de mesthoop.
- onpersoonlijk ~ van: in grote getale aanwezig zijn
- Buiten ons zonnestelsel wemelt het waarschijnlijk van de zwerfplaneten.
- overgankelijk boren met een wemel, een omslagboor
- Er werden een paar gaten gewemeld.
Gangbaarheid
- Het woord wemelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wemelen' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.