weerschijn
Nederlands
Woordafbreking
- weer·schijn
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weerschijnen |
weerschijn
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerschijnen
- Ik weerschijn.
- gebiedende wijs van weerschijnen
- Weerschijn!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerschijnen
- Weerschijn je?
Gangbaarheid
- Het woord weerschijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weerschijn' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.