weeromkwam
Nederlands
Woordafbreking
- weer·om·kwam
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weeromkomen |
weeromkwam
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van weeromkomen
- ... dat ik weeromkwam.
- ... dat jij weeromkwam.
- ... dat hij, zij, het weeromkwam.
- ... dat ik weeromkwam.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.