wauwelen
Nederlands
Woordafbreking
- wau·we·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kletsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1701 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wauwelen |
wauwelde |
gewauweld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wauwelen
- inergatief (pejoratief) langdurig zinloos praten
- Het is makkelijk om geringschattend te doen over de opkomst van de psychotherapie en te beweren dat die een symptoom is van ons egocentrisme — miljoenen Woody Allen's die op de divan over hun zielenroerselen wauwelen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord wauwelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wauwelen' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.