wauwelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wau·we·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kletsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1701 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wauwelen
wauwelde
gewauweld
zwak -d volledig

Werkwoord

wauwelen

  1. inergatief (pejoratief) langdurig zinloos praten
    • Het is makkelijk om geringschattend te doen over de opkomst van de psychotherapie en te beweren dat die een symptoom is van ons egocentrisme — miljoenen Woody Allen's die op de divan over hun zielenroerselen wauwelen. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord wauwelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.