wantrouwde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·trouw·de

Werkwoord

vervoeging van
wantrouwen

wantrouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van wantrouwen
    • Ik wantrouwde. 
    • Jij wantrouwde. 
    • Hij, zij, het wantrouwde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.