walsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wal·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
walsen
walste
gewalst
zwak -t volledig

Werkwoord

walsen

  1. inergatief dansen op de muziek van een wals
    • Er werd de hele avond gewalst en gefoxtrot. 
  1. overgankelijk iets pletten met een zware rol
    • Dat asfalt moet eerst nog gewalst worden. 

Zelfstandig naamwoord

walsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wals

Gangbaarheid

  • Het woord walsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.