vreest

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vreest

Werkwoord

vervoeging van
vrezen

vreest

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrezen
    • Jij vreest. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrezen
    • Hij vreest. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vrezen
    • Vreest! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.