vreesde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrees·de

Werkwoord

vervoeging van
vrezen

vreesde

  1. enkelvoud verleden tijd van vrezen
    • Ik vreesde. 
    • Jij vreesde. 
    • Hij, zij, het vreesde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.