voortleven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voort·le·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

voortleven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voortleven
leefde voort
voortgeleefd
zwak -d volledig
  1. doorgaan met leven
    • Zij leefden nog een lange tijd voort na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 
  1. doorgaan met te bestaan
    • Hij bleef nog lang voortleven in hun herinnering. 

Gangbaarheid

  • Het woord voortleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.