voorbereidende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·be·rei·den·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

voorbereidende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van voorbereidend

Werkwoord

vervoeging van
voorbereiden

voorbereidende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van voorbereiden
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.