vlijen

Niet te verwarren met: vleien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vlijen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vlɛɪə(n)/
Woordafbreking
  • vlij·en
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ordelijk of gemakkelijk neerleggen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1343 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vlijen
vlijde
gevlijd
zwak -d volledig

Werkwoord

vlijen

  1. overgankelijk op een geordende manier, comfortabel neerleggen
    • Zij vlijde haar handen in haar schoot. 
  1. wederkerend op zijn gemak gaan liggen, meestal tegen iets of iemand aan
    • Het hertenkalfje vlijde zich tegen zijn moeder en viel in slaap. 

Gangbaarheid

  • Het woord vlijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.