vierhonderdenacht

• Geluid:  vierhonderdenacht    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈɑxt /

• vier·hon·derd·en·acht

• samenstellende samenstelling van  vierhonderd ht,   en vw  en  acht ht 

vierhonderdenacht

1. "408", langere vorm van vierhonderdacht, vierhonderd plus acht
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De inzameling heeft vierhonderdenacht euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenacht. 

• vierhonderdacht (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1][2]

rangtelwoord

• vierhonderdenachtste

hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenacht" ht als linkerdeel

• vierhonderdenachtduizend

• Het woord 'vierhonderdenacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.