vierendeelt
Nederlands
Woordafbreking
- vie·ren·deelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vierendelen |
vierendeelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vierendelen
- Jij vierendeelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vierendelen
- Hij vierendeelt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van vierendelen
- Vierendeelt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.