vierdaags

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·daags
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van vier ht, dag zn met het achtervoegsel -s
stellend
onverbogen vierdaags
verbogen vierdaagse
partitief vierdaags

Bijvoeglijk naamwoord

vierdaags [1]

  1. vier dagen durend
    • Een vierdaagse wandeltocht 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vierdaags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.