vertroetel
Nederlands
Woordafbreking
- ver·troe·tel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vertroetelen |
vertroetel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertroetelen
- Ik vertroetel.
- gebiedende wijs van vertroetelen
- Vertroetel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertroetelen
- Vertroetel je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.