verloor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verloor    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈlor/
Woordafbreking
  • ver·loor

Werkwoord

vervoeging van
verliezen

verloor

  1. enkelvoud verleden tijd van verliezen
    • Ik verloor. 
    • Jij verloor. 
    • Hij, zij, het verloor. 

Gangbaarheid

  • Het woord verloor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
verloor
verloor
volledig

Werkwoord

verloor

  1. verliezen
  1. «Jy gaan dit verloor
    Dat ga je verliezen!
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.