verlevendigt
Nederlands
Woordafbreking
- ver·le·ven·digt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verlevendigen |
verlevendigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlevendigen
- Jij verlevendigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlevendigen
- Hij verlevendigt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van verlevendigen
- Verlevendigt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.