verkleint
Nederlands
Woordafbreking
- ver·kleint
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkleinen |
verkleint
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkleinen
- Jij verkleint.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkleinen
- Hij verkleint.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van verkleinen
- Verkleint!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.