verklein
Nederlands
Woordafbreking
- ver·klein
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkleinen |
verklein
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkleinen
- Ik verklein.
- gebiedende wijs van verkleinen
- Verklein!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkleinen
- Verklein je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.