verhuur
Nederlands
Woordafbreking
- ver·huur
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verhuren |
verhuur
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhuren
- Ik verhuur.
- gebiedende wijs van verhuren
- Verhuur!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhuren
- Verhuur je?
Gangbaarheid
- Het woord verhuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verhuur' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.