verhindert
Nederlands
Woordafbreking
- ver·hin·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verhinderen |
verhindert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhinderen
- Jij verhindert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhinderen
- Hij verhindert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van verhinderen
- Verhindert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.