verheugde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·heug·de

Werkwoord

vervoeging van
verheugen

verheugde

  1. enkelvoud verleden tijd van verheugen
    • Ik verheugde. 
    • Jij verheugde. 
    • Hij, zij, het verheugde. 

Bijvoeglijk naamwoord

verheugde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verheugd
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.