vergenoegde
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ge·noeg·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergenoegen |
vergenoegde
- enkelvoud verleden tijd van vergenoegen
- Ik vergenoegde.
- Jij vergenoegde.
- Hij, zij, het vergenoegde.
- Ik vergenoegde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.