verergerde
Nederlands
Woordafbreking
- ver·er·ger·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verergeren |
verergerde
- enkelvoud verleden tijd van verergeren
- Ik verergerde.
- Jij verergerde.
- Hij, zij, het verergerde.
- Ik verergerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.