vereist
Nederlands
Woordafbreking
- ver·eist
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vereisen |
vereist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vereisen
- Jij vereist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vereisen
- Hij vereist.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van vereisen
- Vereist!
- voltooid deelwoord van vereisen
stellend | |
---|---|
onverbogen | vereist |
verbogen | vereiste |
Bijvoeglijk naamwoord
vereist
- benodigd, noodzakelijk
- Een aanwezigheidsquorum van tweederde van de leden is vereist.
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt.[1][2]
Gangbaarheid
- Het woord vereist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vereist' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.