verdoem

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·doem

Werkwoord

vervoeging van
verdoemen

verdoem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdoemen
    • Ik verdoem. 
  2. gebiedende wijs van verdoemen
    • Verdoem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdoemen
    • Verdoem je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.