verbouwereerde
Nederlands
Woordafbreking
- ver·bou·we·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbouwereren |
verbouwereerde
- enkelvoud verleden tijd van verbouwereren
- Ik verbouwereerde.
- Jij verbouwereerde.
- Hij, zij, het verbouwereerde.
- Ik verbouwereerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.