verbeten
Nederlands
Woordafbreking
- ver·be·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘met inspanning ingehouden’ voor het eerst aangetroffen in 1605 [1]
- vervoeging van verbijten: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbijten |
verbeten
- meervoud verleden tijd van verbijten
- Wij verbeten.
- Jullie verbeten.
- Zij verbeten.
- Wij verbeten.
- voltooid deelwoord van verbijten
Gangbaarheid
- Het woord verbeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verbeten' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.