verarm

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • verĀ·arm

Werkwoord

vervoeging van
verarmen

verarm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verarmen
    • Ik verarm. 
  2. gebiedende wijs van verarmen
    • Verarm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verarmen
    • Verarm je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.