varieerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·ri·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
variëren

varieerde

  1. enkelvoud verleden tijd van variëren
    • Ik varieerde. 
    • Jij varieerde. 
    • Hij, zij, het varieerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.