uitprobeerden
Nederlands
Woordafbreking
- uit·pro·beer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitproberen |
uitprobeerden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitproberen
- ...dat wij uitprobeerden.
- ...dat jullie uitprobeerden.
- ...dat zij uitprobeerden.
- ...dat wij uitprobeerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.